EDI begrippen

Binnen de EDI- en logistieke wereld worden er veel verschillende begrippen gebruikt. In deze begrippenlijst vind je een samenvatting van de handigste begrippen om te kennen wanneer je met EDI aan de slag wilt.

Definities van de meest voorkomende EDI begrippen

Orde in de chaos

Artikel

Voorwerp van handel, uniek geïdentificeerd met een GS1 Code (GTIN, Barcode, EAN). Een artikel kan een consumenteneenheid zijn, een omverpakking met een vaste inhoud, of een pallet met een vaste inhoud.

Besteleenheid

De eenheid waarin het artikel wordt besteld bij de leverancier. De besteleenheid kan zowel een consumenteneenheid zijn als een handelseenheid.

Broker

De broker zorgt ervoor dat de documenten op een betrouwbare manier tussen handelspartners uitgewisseld worden. Een broker levert het bericht bij de geadresseerde af, maar verwerkt het zelf niet in Exact Online of een ander ERP-pakket.

Consumenteneenheid

De eenheid waarin een artikel aan de kassa wordt verkocht. Denk bijvoorbeeld aan een pak met drie stukken zeep of een doos met zes glazen. Meestal heeft een consumenteneenheid een barcode voor scanning.

Crossdocking

Logistiek concept waarbij goederen worden geleverd aan een distributiecentrum, verpakt per eindbestemming. De goederen worden niet in voorraad genomen, maar direct doorgeleverd naar de betreffende eindbestemming. Crossdocking wordt ook wel prepacking, doorlevering of transitolevering genoemd.

DC-levering

Een DC-levering is een distributiewijze waarbij de orders bij de leverancier en/of logistiek dienstverlener worden verzameld en naar het distributiecentrum worden gereden om daar in opslag te worden genomen. De eindbestemming (filiaal) van de goederen die worden geleverd is vooraf niet bekend bij de leverancier en/of logistiek dienstverlener.

Direct delivery

Direct delivery is een leveringsmethode waarbij goederen rechtstreeks van de leveranciers aan de klant geleverd worden. Hier zit dus geen extra partij tussen. Deze methode verlaagt transport- en opslagkosten, maar vereist extra planning en administratie. Dit is een gangbare methode bij partijen die afhankelijk zijn van uitbestede productie, zoals tech, kleding- en duurzame bedrijven.

Dropshipping

De term dropshipping is afkomstig uit de e-commerce. Hierbij stuurt een producent, groothandel of leverancier het product direct naar de klant. De webwinkel dient slechts als doorgeefluik van de bestelling.

EANCOM

Internationale EDI-standaard voor handel, industrie, transport en logistieke dienstverlening. Deze standaard is gebaseerd op de EDIFACT-standaard en wordt onderhouden door GS1.

EDIFACT

De afkorting EDIFACT staat voor Electronic Data Interchange For Administration, Commerce and Transport. EDIFACT is een verzameling van standaards, directories en richtlijnen voor EDI die binnen de Verenigde Naties overeengekomen zijn en worden onderhouden.

EDI-gebruikers overeenkomst

Een overeenkomst tussen partijen die elektronisch gegevens met elkaar uitwisselen. Hierin zijn de juridische, technische en organisatorische bepalingen opgenomen waaraan de deelnemers zich moeten houden voor een juist gebruik van EDI.

EDI (Electronic Data Interchange)

De geautomatiseerde, elektronische uitwisseling van gestructureerde en genormeerde berichten tussen computers van verschillende organisaties.

Factuurbericht (INVOIC)

EDI-bericht voor het verzenden van een factuur. De afkorting INVOIC staat voor Invoice.

Filiaal-levering

Een filiaal-levering is een distributiewijze waarbij de filiaalorders bij de leverancier en/of logistiek dienstverlener en/of op het distributiecentrum van de retailer worden verzameld en direct naar het filiaal worden gereden.

GS1 Barcode

Met GS1-codes (ook wel GTIN, Barcode of EAN) en bijbehorende symbolen maakt u uw producten en verzendeenheden wereldwijd uniek identificeerbaar voor al uw mogelijke handelspartners.

Global Location Number (GLN)

Een code waarmee bedrijfsadressen uniek gecodeerd kunnen worden. De code kan zowel betrekking hebben op externe postadressen (bijvoorbeeld een hoofdkantoor, vestigingen en distributiecentra) als interne adressen (zoals afdelingen, laadplatforms en magazijnlocaties). De code heeft dezelfde structuur als de GS1-artikelcode. De nationale benaming voor de GLN is GS1-adrescode.

Global Trade Item Number (GTIN)

Een wereldwijd unieke code waarmee artikelen geïdentificeerd kunnen worden. De GS1-artikelcodes zijn puur ter identificatie en geven geen informatie over bijvoorbeeld prijs of gewicht. We spreken ook wel van EAN13-code. De nationale benaming voor de GTIN is GS1-artikelcode.

Handelseenheid

Elke eenheid (product of dienst) die een bepaalde prijs kan krijgen of besteld of gefactureerd kan worden binnen de logistieke keten. Een handelseenheid kan een losse consumenteneenheid zijn, maar ook een samenvoeging van meerdere consumenteneenheden.

Implementation Guide

Een document waarin de afspraken zijn vastgelegd over het gebruik van een EDI-bericht binnen een branche, bedrijfsproces of land. Binnen Nederland spreken we van invoeringsconventies.

Ontvangst bevestigingsbericht (APERAK)

EDI-bericht voor het bevestigen van de ontvangst van een ander EDI-bericht. De afkorting APERAK betekent Application Error Acknowledgement.

Orderbericht (ORDERS)

EDI-bericht voor het verzenden van een order. De Engelstalige benaming is Purchase Order.

Orderbevestigingsbericht (ORDRSP)

EDI-bericht voor het verzenden van een orderbevestiging. De afkorting ORDRSP staat voor Purchase Order Response.

Rechtstreekse zending

Een rechtstreekse zending is een distributiewijze waarbij de leverancier rechtstreeks levert aan het filiaal. Rechtstreekse zending wordt ook wel RZ-levering genoemd.

Serial Shipping Container Code (SSCC)

Met de SSCC kunnen verzendeenheden binnen een zending uniek geïdentificeerd worden. De nationale benaming is GS1-verzendcode.

Verzendbericht (DESADV)

EDI-bericht voor het elektronisch versturen van gegevens over goederen door de leverancier naar de afnemer. De afkorting DESADV staat voor Despatch Advice. Synoniem: elektronische pakbon.

Zending

Een hoeveelheid goederen in 1 transportmiddel die op 1 moment op 1 plaats door een transportmiddel wordt afgeleverd. Een zending kan bestaan uit een of meerdere verzendeenheden.


How did we do?